Zelf je make up, haar en nagels doen voor the big day? Ik zou het zelf niet kunnen, maar voor sommige vrouwen is make up hun lust en leven. Waarom zou je dan ook niet zelf je eigen bruidsmake up aanbrengen, je bruidskapsel fixen en je nagels lakken?
Bruidskapsels uitkiezen
Een mooi bruidskapsel uitkiezen dat goed bij je past, kan een zware dobber zijn. Bepaal eerst of je jouw haar vast of los wil dragen, dat maakt de keuze gemakkelijker. En ga je een sluier dragen? Ook dan wordt je kapsel erop aangepast. Daarnaast moet je ook rekening houden met je haarsoort. We horen het natuurlijk liever niet, maar niet elke haarsoort rockt dat ene hippe bruidskapsel op dezelfde manier als het model in het magazine. Kleine troost: dat geldt voor iedereen. Dik haar kan niet wat dun haar wel kan & andersom!
Gel nagels zetten
Persoonlijk vind ik het gepriegel, maar gel nagels zijn – als ze eenmaal zitten – hartstikke mooi. Voor de dappere vrouwen die zelf hun gel nagels kunnen zetten: applaus. Het scheelt je veel tijd als je het zelf kan en bovendien geld, want je hoeft niet naar de nagelstudio te rijden en de nagelstylist hoeft ook niet naar jou toe te komen. De mogelijkheden zijn onbeperkt, maar één tip: houd het een beetje natuurlijk.
Felgekleurde gel nagels met allerlei patroontjes zijn natuurlijk hartstikke leuk, maar als ze de aandacht van bijvoorbeeld je trouwjurk afleiden is het al gauw minder grappig. En bedenk of je die felle kleuren over tien jaar ook nog mooi vindt. Want die nagels zie je namelijk wel terug op je trouwfoto’s…
Bruidsmake up aanbrengen
Ben je dankzij je beroep dagelijks bezig met make up? Dan hoeven we je vast niet te vertellen dat mooie bruidsmake up valt of staat met een goede basis. Die goede basis is een gladde huid. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, zal je denken. Klopt, het kost enige moeite: drink veel water, zweet regelmatig, relax regelmatig en eet gezond. Dan komt een glad huidje zo tevoorschijn!
Zoek je toch een professional? Kijk dan eens bij onze nagelstudio’s | bruidskapsels | bruidsmake up
Tekst: Sanne van Bortel