Schoonmoeders en je bruiloft: hoe deal je ermee?

Ze bedoelen het altijd goed: (schoon)moeders. Soms kunnen ze het je echter knap lastig maken. Hoe ga je om met de schoonmoederakkefietjes waar elke bruid wel mee te maken krijgt? Wij geven tips.

Schoonmoeder nodigt meer gasten uit

Je hebt al een gastenlijst samengesteld en iedereen uitgenodigd die je graag bij je bruiloft wilt hebben. Familie, vrienden, collega’s: iedereen waarmee je hubby en jij close zijn. Nadat je de gastenlijst nog eens bekijkt en updatet, zie je ineens dat er veel meer mensen op de lijst staan dan je er zelf op hebt gezet. Zelfs mensen die je niet kent. Hoe kan dat?

Als je schoonmoeder zich ongegeneerd bemoeit met de gastenlijst, is het misschien moeilijk om te vertellen dat je het liever niet hebt dat ze zomaar allerlei mensen uitnodigt. Als je schoonfamilie niet helpt de bruiloft te financieren, moet ze zich aan jouw opgestelde gastenlijst houden. Helpen ze wel met het financiële plaatje, dan kan je altijd de hulp van je bruidegom vragen. Hij kan subtiel aan je schoonmoeder vragen of ze zich in kan houden en beter kan overleggen.

Bruid en schoonmoeder hebben andere ideeën

Het is natuurlijk leuk om met je schoonfamilie over de bruiloft te brainstormen. Het is echter minder leuk als je schoonmoeder haar ideeën probeert door te drukken, want jij hebt misschien hele andere wensen voor jouw grote dag. Ook hier geldt: betalen je schoon(ouders) een groot deel of de gehele bruiloft, dan hebben zij ook een vinger in de pap. Betalen zij niks, dan bepalen ze niks. Betalen ze bijvoorbeeld de decoratie, het voedsel of het entertainment? Laat ze dan (in grote mate) bepalen wat zij graag willen zien, horen of eten. Probeer wel altijd te overleggen, zodat niemand voor verrassingen komt te staan. Betaalt je schoonfamilie niets, maar blijft je schoonmoeder doordrammen over haar ideeën en smaak? Maak het haar vroeg duidelijk dat dit jouw bruiloft is. Het is voor niemand leuk als er tijdens de voorbereidingen van de leukste dag van je leven continu gekibbeld wordt.

Tekst: Sanne van Bortel