Er zijn een paar gewoontes die je – zelfs als je getrouwd bent of al tientallen jaren bij elkaar bent – beter de deur uit kunt doen. Hoewel intimiteit een koppel bij elkaar houdt, zijn sommige zaken iets té intiem. Een beetje mystiek houdt een relatie gezond en spannend.
Naar de badkamer zonder de deur op slot
Natuurlijk is het fijn als jullie elkaar zo goed vertrouwen en er geen problemen mee hebben als de één bij de ander binnenwandelt tijdens het douchen of toiletteren, maar het romantiekniveau neemt daardoor wel langzaam maar zeker af. Het beeld van je partner terwijl deze op het toilet zit is niet erg bevorderlijk voor slaapkamerscènes. Er zit niet voor niets een slot op die deur, gewoon lekker blijven gebruiken!
Klagen over schoonfamilie
Het is fijn om met elkaar te kunnen bespreken wat je dwarszit, maar klagen over andermans familie – ook al zijn jullie het met elkaar eens – is nooit fijn. Familie kies je niet uit en je houdt allemaal van elkaar, dus een half uur lang gezeur over jouw moeder, vader, zus of ander familielid is not done. Zeg wat je dwarszit en laat het daarbij, dan heb je je hart kunnen luchten zonder dat het vervelend is voor de ander.
Details over je lichaam
Wanneer je lang bij elkaar bent, is het verstandig om van elkaar te weten waarvoor je allergisch bent of waarvoor je wel eens in het ziekenhuis hebt gelegen en welke medicijnen je gebruikt. Niet romantisch is het om te vertellen over de bijwerkingen die de medicijnen je geven, zoals een stinkadem of een overactief darmkanaal. Sommige dingen kun je beter voor je houden, zodat je in de ogen van je vriend(in) een goddelijk wezen blijft dat nooit een scheetje laat.
Verhalen uit vorige relaties
Iedereen heeft wel een ex waarmee de relatie niet liep zoals je graag wilde. Dat is echter iets van verleden tijd en het heeft geen zin om openhartig te vertellen wat je ex wel of niet goed deed. Het kan de indruk wekken dat je dat hoofdstuk nog niet helemaal hebt afgesloten en dat je dus niet volledig bezig bent met de toekomst met je nieuwe vriend(in). Let it go!
Sanne van Bortel