Trouwen als twintiger of trouwen als dertiger

Trouwen is trouwen, zou je denken. Maar er zit veel verschil in bruiloften plannen als je twintiger bent of als je dertiger bent. Je ervaart het hele proces heel anders en zou het ook anders aanpakken. De grootste verschillen per bruiloftsplanning lees je in dit artikel.

Bruiloft plannen als twintiger

In je twintiger jaren ben je perfectionistischer dan tien jaar later. Veel bruidjes in hun twintiger jaren plannen hun bruiloft tot in de puntjes. Ze hebben aan alles gedacht en kosten noch moeite zijn gespaard. Maar later vragen ze zich af of de te dure schoenen en de matchende bruidsmeidenjurken echt nodig waren. Ze raken soms geobsedeerd door de kleinste dingen. Sommige bruiden zouden zelfs hun bruiloft aanpassen en meer geld overhouden voor belangrijkere zaken, zoals het kopen van babyspullen of een huis. Kim trouwde op haar 24e en had toen een enorme gastenlijst, vanwege iedereen die ze kende op school. Vijf jaar later gaat ze met de helft van die mensen niet meer om en had de gastenlijst veel kleiner kunnen zijn.

Bruiloftsplanning als dertiger

Als je de dertig hebt gepasseerd, heb je een hoop nieuwe perspectieven op het leven ontwikkeld. Dat geldt ook voor je kijk op bruiloften. Amy trouwde op haar 30e en het viel haar op hoe verbaasd iedereen was over het feit hoe nuchter ze over de bruiloftsplanning was. Michelle, getrouwd op haar 34e, kwam erachter dat haar bruiloft geen sprookjesdag was en dat ze zich geen prinses voelde. Ze had liever de touwtjes uit handen gegeven aan een weddingplanner of haar moeder, zodat ze meer van de dag kon genieten. Ze merkte ook dat ze op latere leeftijd meer financiële zekerheid had dan tien jaar geleden. Rianne trouwde op haar 32e, maar in de tien jaar daarvoor heeft ze talloze bruiloften meegemaakt waarop ze nooit snapte waarom trouwen zo’n ‘big deal’ was. Tot ze zelf in het huwelijksbootje stapte. Ze werd overrompeld door al het werk dat het plannen van een bruiloft kost. “Ik wou dat ik naar meer bruiloften kon gaan, nu ik ze en het werk erachter veel meer waardeer.”

Sanne van Bortel